ECLI:NL:CRVB:2014:60
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigde uitkering gewezen beroepsmilitair en toepassing van de kalenderjaarbenadering
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigde uitkering aan een gewezen beroepsmilitair, betrokkene, door de Minister van Defensie. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De terugvordering betreft neveninkomsten die betrokkene heeft ontvangen in de maanden september en oktober 2004, waarover de Minister van Defensie een bedrag van € 621,42 heeft teruggevorderd. De Minister stelt dat betrokkene in deze maanden geen opgave heeft gedaan van zijn neveninkomsten, waardoor te veel uitkering is verstrekt. Betrokkene heeft echter aangevoerd dat hij tijdig opgave heeft gedaan en dat de terugvordering niet meer mogelijk is omdat de termijn van vijf jaar is verstreken.
De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat de terugvordering over september en oktober 2004 niet mogelijk is, omdat deze betalingen buiten de terugvorderingstermijn vallen. De rechtbank verwierp de kalenderjaarbenadering die de Minister hanteert, en oordeelde dat de algemeen geldende terugvorderingsjurisprudentie van toepassing is. De Minister heeft in hoger beroep volhard in zijn standpunt dat de kalenderjaarbenadering van toepassing is, maar de Raad heeft dit niet gevolgd. De Raad concludeert dat de terugvorderingstermijn reeds was verstreken ten tijde van het primaire besluit van 14 december 2009, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Raad heeft de Minister veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 944,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.