ECLI:NL:CRVB:2014:788
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van bijstandsaanvraag en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 maart 2014 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K. Uppal, had een verzoek ingediend om bijstand met terugwerkende kracht per 16 november 2012, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had op 9 augustus 2013 een nieuw besluit genomen waarbij bijstand werd toegekend met ingang van 12 juni 2013. De voorzieningenrechter oordeelde dat het toekennen van bijstand met ingang van 12 juni 2013 niet kan worden aangemerkt als tegemoetkoming aan het oorspronkelijke verzoek van verzoeker. Dit betekent dat er geen grond was voor het toekennen van proceskosten aan verzoeker, aangezien het verzoek om voorlopige voorziening was ingetrokken omdat het spoedeisende belang was komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om het college te veroordelen in de proceskosten van verzoeker afgewezen. De uitspraak is gedaan door Y.J. Klik, met P.A.M. Hulsdouw als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 maart 2014.