ECLI:NL:CRVB:2014:812
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens verzuim in het verstrekken van gevraagde gegevens
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellant, die vanaf 18 oktober 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Dienst Werk en Inkomen (DWI) van de gemeente Amsterdam had appellant opgeroepen om op 6 februari 2012 op het kantoor van de DWI te verschijnen en daarbij een geldig identiteitsbewijs en bankafschriften van de laatste drie maanden mee te nemen. Appellant heeft hieraan geen gevolg gegeven, wat leidde tot de opschorting van zijn bijstand per 6 februari 2012. Vervolgens heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 8 februari 2012 de bijstand van appellant ingetrokken, omdat hij niet op de oproep was verschenen.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze intrekking, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft de uitspraak van het college bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging. Hij voerde aan dat hij op de oproep niet kon reageren omdat hij een cursus volgde en dat hij het besluit van 6 februari 2012 pas na zijn cursus had kunnen lezen, waardoor hij onvoldoende tijd had om te reageren.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet tijdig heeft gereageerd op de oproepen van de DWI en dat hij hiervoor verwijtbaar is. De Raad stelt vast dat appellant de oproepen waarschijnlijk niet heeft gezien en dat hij, indien hij dit wel had gedaan, tijdig had kunnen verzoeken om een verlenging van de hersteltermijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.