ECLI:NL:CRVB:2014:875
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten met relevante wijziging in medische situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 29 december 2003 bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had herhaaldelijk aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van vier tandheelkundige implantaten. De aanvragen waren eerder afgewezen op basis van het argument dat de kosten niet als noodzakelijk werden beschouwd en dat er geen wijziging in de omstandigheden was. De Raad oordeelde echter dat er wel degelijk sprake was van een relevante wijziging in de medische situatie van de appellant, die niet was onderkend door het college. De Raad stelde vast dat de aanvraag van 19 december 2011 niet als een herhaalde aanvraag kon worden aangemerkt, maar dat er een inhoudelijke beoordeling moest plaatsvinden. De Raad vernietigde het bestreden besluit van het college en droeg het college op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij een nieuw tandheelkundig onderzoek moest worden ingesteld. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.461,- bedroegen, en moest het college het griffierecht van € 157,- vergoeden.