ECLI:NL:CRVB:2014:945
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over weigering WAO-uitkering wegens onvoldoende toegenomen klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Middelburg. De zaak betreft de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een WAO-uitkering toe te kennen aan betrokkene, die in 1997 haar werkzaamheden had gestaakt wegens rug- en psychische klachten. De uitkering was eerder ingetrokken op basis van een herbeoordeling, waarbij werd vastgesteld dat de arbeidsongeschiktheid van betrokkene was afgenomen tot minder dan 15%. Betrokkene verzocht in 2010 om een medische herkeuring, maar het Uwv weigerde de uitkering op de grond dat er geen toename van klachten was binnen de vijfjaarstermijn, gerekend vanaf 2 april 2005.
De rechtbank oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit ondeugdelijk was, omdat niet kon worden uitgesloten dat er sprake was van een verergering van de rugklachten. De rechtbank vond dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd waarom er geen aanleiding was voor nader onderzoek naar de rugklachten en de psychische klachten van betrokkene. Het Uwv ging in hoger beroep tegen dit oordeel, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de bevindingen van de rechtbank met betrekking tot de rugklachten. De Raad oordeelde dat er behoefte was aan nader onderzoek naar de rugklachten, maar dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er ook aanleiding was voor nader onderzoek naar de psychische klachten, aangezien betrokkene in de vijf jaar voorafgaand aan de herkeuring geen behandeling had gehad voor psychische klachten.
De Raad droeg het Uwv op om binnen acht weken het gebrek in de beslissing op bezwaar te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze tussenuitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak om alle relevante medische gegevens in overweging te nemen bij het vaststellen van arbeidsongeschiktheid.