ECLI:NL:CRVB:2014:98
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Geen recht op bijzondere bijstand voor kosten vóór aanvraagdatum; buitenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft een aanvraag om bijzondere bijstand voor kosten van beschermingsbewind die zijn gemaakt vóór de datum van de aanvraag. Appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.T. Dieters, hebben een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor kosten die zijn opgekomen in 2010, terwijl de aanvraag pas op 16 juni 2011 is ingediend. Het dagelijks bestuur van de ISD Noordoost heeft de aanvraag afgewezen op grond van het feit dat deze niet tijdig was ingediend, conform beleidsregel 31. Dit beleid houdt in dat aanvragen om bijzondere bijstand tot en met de tweede maand van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt, kunnen worden ingediend.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten ongegrond verklaard, en in hoger beroep hebben appellanten zich tegen deze uitspraak gekeerd. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten van bewindvoering in 2010 zijn gemaakt en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van het uitgangspunt kan worden afgeweken dat geen recht op bijzondere bijstand bestaat voor kosten die zijn opgekomen vóór de aanvraagdatum. De Raad heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur het beleid op consistente wijze heeft toegepast en dat er geen rechtsongelijkheid bestaat, aangezien de WWB een gedecentraliseerde uitvoering kent.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep geen doel treft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.