ECLI:NL:CRVB:2015:1012
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake persoonsgebonden budget
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Zorgkantoor Menzis tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die bezwaar had gemaakt tegen een terugvordering van een persoonsgebonden budget, gegrond verklaard. Betrokkene had een persoonsgebonden budget van € 31.823,70 ontvangen, maar het Zorgkantoor vorderde € 15.521,44 terug. Betrokkene maakte bezwaar tegen de terugvordering, maar het Zorgkantoor verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet binnen de wettelijke termijn was ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, gezien de veranderlijke woonsituatie van betrokkene en zijn vertrek naar Spanje. Het Zorgkantoor ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat betrokkene het bezwaarschrift inderdaad na afloop van de bezwaartermijn had ingediend. De Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Het Zorgkantoor had terecht geen aanleiding gezien om de niet-ontvankelijkverklaring achterwege te laten. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van betrokkene is om bij afwezigheid in het buitenland zorg te dragen voor tijdige indiening van een bezwaarschrift. De veranderlijke woonsituatie van betrokkene maakte dit niet anders, aangezien het besluit naar het bekende adres van betrokkene was verzonden.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van het Zorgkantoor gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier, op 25 maart 2015.