ECLI:NL:CRVB:2015:1411
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 mei 2015 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 24 december 2014, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 7 november 2014 was en het hogerberoepschrift pas op 12 november 2014 was ontvangen. Appellante had op 2 november 2014 het hogerberoepschrift opgesteld, maar was door persoonlijke omstandigheden, waaronder lichamelijke beperkingen en afhankelijkheid van mantelzorgers, niet in staat om tijdig te posten.
De Raad heeft de omstandigheden van appellante in overweging genomen, waaronder haar verblijf bij haar moeder in Vlaardingen en de afwezigheid van haar mantelzorgers. Ondanks deze omstandigheden oordeelde de Raad dat appellante zich had moeten realiseren dat zij maatregelen moest nemen om het hogerberoepschrift tijdig te verzenden. De Raad concludeerde dat de termijnoverschrijding appellante redelijkerwijs kon worden verweten, en verklaarde het verzet ongegrond. Tevens werd bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht aan appellante zou worden terugbetaald.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van processtukken en de verantwoordelijkheid van appellanten om ervoor te zorgen dat zij aan de termijnen voldoen, ongeacht persoonlijke omstandigheden.