ECLI:NL:CRVB:2015:1451
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek met betrekking tot rug- en nekklachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de weigering van haar WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die als doktersassistente werkte, had zich op 21 oktober 2009 ziek gemeld na een auto-ongeval in 2008, met rug- en nekklachten als gevolg. Het Uwv had vastgesteld dat appellante met ingang van 10 februari 2012 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en had haar aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, waarbij zij aanvoerde dat haar beperkingen niet correct waren ingeschat.
De rechtbank Gelderland had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep. In hoger beroep voerde appellante aan dat de diagnose van haar behandelend neuroloog, die migraine zonder aura had vastgesteld, niet voldoende was meegenomen in de beoordeling. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. De verzekeringsarts had de neuroloog Dellemijn ingeschakeld voor een expertise, en de Raad concludeerde dat er geen relevante aspecten van appellantes gezondheid waren gemist.
De Raad bevestigde dat appellante op de datum in geding medisch in staat was om de werkzaamheden van de geduide functies te verrichten. De inschatting van het ziekteverzuim door het Uwv werd als juist beoordeeld, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.