Uitspraak
OVERWEGINGEN
12 december 2011 geconcludeerd dat appellant ongeschikt is voor het eigen werk en geschikt geacht kan worden voor fysiek lichte, overwegend zittende werkzaamheden, in dagdienst, waarin geen grote kracht met de hand en vingers gezet moet worden.
25 mei 2014 een WGA-vervolguitkering (VVU) ontvangt. Tegen de besluitvorming daaromtrent heeft appellant rechtsmiddelen aangewend. Gezien de nadere besluitvorming is de vraag aan de orde of er in deze procedure sprake is van voldoende procesbelang.
WGA-loonaanvullingsuitkering of een VVU, die voor wat betreft hoogte van elkaar verschillen, is van belang of er een inkomenseis geldt. Gelet op de uitspraak van 15 februari 2013, ECLI:NL:CRVB:BZ1485, heeft deze in de Wet WIA geregelde consequentie van de mate van arbeidsongeschiktheid er toe geleid om, bij de vraag of procesbelang aanwezig is, de gevolgen van het hebben van een verdienvermogen van minder dan 20% voor de soort en de hoogte van de WGA-uitkering na afloop van de LGU te betrekken.