ECLI:NL:CRVB:2015:1474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 25 januari 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel heeft na een onderzoek geconcludeerd dat appellant niet woonachtig was op het door hem opgegeven adres. Dit onderzoek omvatte dossieronderzoek, informatie-inwinning bij energieleveranciers en meerdere pogingen tot huisbezoek. De bevindingen leidden tot de conclusie dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij niet op het opgegeven adres woonde. Het college heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, wat neerkomt op een bedrag van € 22.100,24.
Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellant tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zijn gronden tegen de uitspraak van de rechtbank naar voren gebracht. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het college de intrekking van de bijstand niet tot een bepaalde periode had beperkt, waardoor de beoordeling de periode van 25 januari 2011 tot 25 oktober 2012 besloeg.
De Raad oordeelt dat het college voldoende bewijs heeft geleverd dat appellant niet op het opgegeven adres woonde, onder andere door verklaringen van omwonenden en het ontbreken van persoonlijke spullen in de woning. De Raad concludeert dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De terugvordering van de bijstandsuitkeringen is dan ook gerechtvaardigd. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.