ECLI:NL:CRVB:2015:1527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- G.J. van Gendt
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering en geschiktheid voor arbeid na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, die zich op 28 november 2007 ziek meldde, ontving een Ziektewet-uitkering na een eerdere afwijzing van haar WIA-aanvraag. De verzekeringsartsen concludeerden dat zij geschikt was voor arbeid, wat leidde tot de beëindiging van haar ZW-uitkering per 8 mei 2012. Appellante betwistte de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en stelde dat haar klachten waren onderschat. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de verzekeringsartsen op basis van de beschikbare gegevens tot hun oordeel konden komen. In hoger beroep herhaalde appellante haar bezwaren, maar de Raad onderschreef de eerdere overwegingen van de rechtbank. De rapporten van de verzekeringsartsen werden als voldoende medische grondslag beschouwd voor de conclusie dat appellante geschikt was voor ten minste één van de functies die in het kader van de WIA-beoordeling waren voorgelegd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.