Uitspraak
OVERWEGINGEN
.Bij besluit van 4 februari 2013 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 15 augustus 2012 ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om hem een WIA-uitkering toe te kennen op basis van een arbeidsongeschiktheid van 35-80%. Appellant, die zich op 4 oktober 2010 ziek meldde, heeft een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend na een periode van ziekte. Het Uwv heeft na onderzoek vastgesteld dat appellant beperkt is in zijn belastbaarheid door een depressieve episode, vermoeidheid en oogproblematiek, maar dat hij geschikt is voor bepaalde functies. Appellant is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat zijn beperkingen niet juist zijn vastgesteld.
De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat er geen inconsistenties zijn in de medische rapporten en dat de verzekeringsarts voldoende heeft gemotiveerd waarom de belastbaarheid van appellant niet is onderschat. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die tot een ander oordeel zouden leiden. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de geselecteerde functies medisch passend zijn voor appellant. De Raad ziet geen aanleiding om een deskundige te benoemen en concludeert dat het hoger beroep niet slaagt.