ECLI:NL:CRVB:2015:1766
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellant, die laatstelijk werkzaam was als loodsmedewerker, had zich op 14 juni 2009 ziek gemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde op 6 februari 2012 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de appellant volgens de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige belastbaar was voor bepaalde functies. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder psychische klachten en de stelling dat het Uwv en de rechtbank vooringenomen waren, beoordeeld. De Raad concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor onzorgvuldigheid in de beoordeling door het Uwv of de rechtbank. De rapporten van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige waren zorgvuldig en de informatie van de behandelend artsen was in de beoordeling betrokken. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van de appellant vielen, en dat er geen grond was voor het inschakelen van een deskundige.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.