ECLI:NL:CRVB:2015:1781
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag om WAO-uitkering zonder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Marokko woont, had herhaaldelijk een aanvraag ingediend voor een WAO-uitkering, maar deze aanvragen werden steeds afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die de afwijzing van de aanvraag konden rechtvaardigen, zoals vereist volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De appellant had in 1985 zijn uitkering verloren omdat zijn arbeidsongeschiktheid was afgenomen tot minder dan 15%. Ondanks meerdere verzoeken om herziening van zijn uitkering, heeft het Uwv steeds geoordeeld dat er geen nieuwe informatie was die een herbeoordeling rechtvaardigde. De rechtbank had eerder de afwijzing van het Uwv bevestigd, en de Raad heeft deze beslissing nu ook bekrachtigd.
De Raad benadrukte dat de appellant in zijn aanvragen geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die relevant waren voor de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid op de datum van intrekking van zijn uitkering. De Raad concludeerde dat de eerdere besluiten van het Uwv en de rechtbank correct waren en dat de appellant niet in staat was geweest om voldoende bewijs te leveren voor zijn claims.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor aanvragers om bij herhaalde aanvragen voor uitkeringen duidelijke en relevante nieuwe informatie te verstrekken, anders kunnen aanvragen worden afgewezen op basis van eerdere besluiten.