Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
W.D.M. van Diepenbeek als leden, in tegenwoordigheid van K. de Jong als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2015.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die op 22 september 2010 wegens psychische klachten uitviel als montagemedewerker in WSW-verband. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 17 december 2012 vastgesteld dat appellant per 19 september 2012 weer geschikt was voor zijn werkzaamheden, en heeft zijn aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. Dit besluit werd in bezwaar door de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige bevestigd, waarna het Uwv op 14 mei 2013 het bezwaar ongegrond verklaarde.
De rechtbank Amsterdam heeft in haar uitspraak van 4 februari 2014 de conclusies van de verzekeringsartsen onderschreven en het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep enkel de medische grondslag van het bestreden besluit bestreden, met name zijn psychische beperkingen. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting op 8 mei 2015 gehouden, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. W.H. Boomstra, en het Uwv door A. Anandbahadoer.
De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verzekeringsartsen van het Uwv een zorgvuldig en diepgaand onderzoek hebben uitgevoerd. Alle relevante medische informatie van de behandelaars van appellant is in de beoordeling betrokken. Appellant is er niet in geslaagd om aan te tonen dat de verzekeringsartsen belangrijke beperkingen hebben gemist of onvoldoende hebben erkend. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd, en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van appellant.