ECLI:NL:CRVB:2015:2084
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na medisch onderzoek en beoordeling van belastbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellante, die sinds 7 mei 2010 met knieklachten en psychische klachten uitgevallen was voor haar werk, had een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante met ingang van 13 februari 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en had haar aanvraag afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was verricht. De verzekeringsarts had dossieronderzoek gedaan, appellante lichamelijk en psychisch onderzocht, en informatie opgevraagd bij het Bronovo Ziekenhuis. De Raad concludeerde dat de verzekeringsarts de belastbaarheid van appellante niet had onderschat en dat de medische geschiktheid van de geduide functies voldoende gemotiveerd was door de arbeidsdeskundige. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens ingebracht die tot een ander oordeel moesten leiden.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen, in tegenwoordigheid van griffier S. Aaliouli.