ECLI:NL:CRVB:2015:2091
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake weigering Wajong-uitkering en de gevolgen van ADHD en borderline persoonlijkheidsstoornis voor de Functionele Mogelijkhedenlijst
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante besproken. Appellante, geboren in 1967, heeft op 9 mei 2012 een aanvraag ingediend op grond van de Wet Wajong, maar deze werd afgewezen door het Uwv op basis van de vaststelling dat zij minder dan 25% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad.
De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de geclaimde geurenallergie niet is meegenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Appellante heeft ADHD en een borderline persoonlijkheidsstoornis, en de verzekeringsarts heeft gesteld dat zij werkzaamheden nodig heeft die voldoende structuur en variatie bieden. De Raad concludeert dat de FML niet volledig is en dat het Uwv gericht moet onderzoeken wat de gevolgen van de ADHD en borderline persoonlijkheidsstoornis zijn voor de FML.
De Raad geeft het Uwv de opdracht om binnen zes weken de gebreken in het bestreden besluit te herstellen en inzichtelijk te maken welke functies appellante kan vervullen met inachtneming van haar beperkingen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering en het adequaat verwerken van medische gegevens in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.