ECLI:NL:CRVB:2015:221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het functioneren van een ambtenaar in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, werkzaam als adviseur bij het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta, was in beroep gegaan tegen een besluit van het college dat haar beoordeling en de aanpassing van haar taken betrof. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat de beoordeling van het functioneren van appellante niet op onvoldoende gronden berustte. Het college had in redelijkheid tot het bestreden besluit kunnen komen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.