ECLI:NL:CRVB:2015:2247
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en terugvordering van persoonsgebonden budget en termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de beëindiging en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door Univé Zorgkantoor B.V. De appellante had haar pgb per 1 januari 2010 ingetrokken gekregen omdat zij geen verantwoording had afgelegd over de besteding ervan. Het Zorgkantoor had ook een voorschot van € 5.880,82 teruggevorderd. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Zorgkantoor heeft vastgesteld dat het bezwaar te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, maar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
In hoger beroep heeft appellante zich gemotiveerd verzet tegen de uitspraak van de rechtbank, met name tegen het niet-ontvankelijk verklaren van haar bezwaar. De Raad heeft vastgesteld dat het primaire besluit op de juiste wijze bekendgemaakt was en dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift eindigde op 17 november 2010. Appellante heeft echter pas op 28 oktober 2010 bezwaar gemaakt, wat te laat was. De Raad heeft geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat het bezwaar eerder door het Zorgkantoor was ontvangen.
De Raad heeft ook geoordeeld dat de omstandigheden die appellante aanvoert om aan te tonen dat zij niet in verzuim was, niet voldoende zijn. De beroepsgrond dat het Zorgkantoor had erkend dat appellante tijdig bezwaar had gemaakt, werd eveneens verworpen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.