ECLI:NL:CRVB:2015:2517
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig te Sint Annaparochie, een verzoek tot wraking ingediend tegen de behandelend rechters van de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek volgde op een hoger beroep dat verzoekster had ingesteld tegen vier uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. Tijdens de zitting op 10 december 2014 heeft verzoekster om wraking verzocht, waarna het onderzoek ter zitting werd geschorst. De Raad heeft eerder, op 23 maart 2015, een vergelijkbaar verzoek afgewezen.
Verzoekster heeft haar wrakingsverzoek van 6 mei 2015 onderbouwd met de stelling dat niet alle gedingstukken aanwezig waren tijdens een inzage in de dossiers. Tevens heeft zij aangevoerd dat haar verzoek om uitstel van de zitting ten onrechte is afgewezen, omdat zij medisch noodzakelijke afspraken had. De behandelend rechters hebben schriftelijk laten weten niet in de wraking te berusten.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. De Raad heeft vastgesteld dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters. De afwijzing van het verzoek om uitstel wordt beschouwd als een procedurele beslissing en kan niet leiden tot een wrakingsverzoek.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat verzoekster misbruik maakt van het wrakingsinstrument, gezien haar eerdere verzoeken. De Raad heeft daarom besloten dat een volgend verzoek om wraking in deze hoger beroepen niet in behandeling wordt genomen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2015.