ECLI:NL:CRVB:2015:253
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens weigering medewerking aan huisbezoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante ontving sinds 12 december 2002 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de bijstand van appellante ingetrokken omdat zij weigerde medewerking te verlenen aan een huisbezoek, wat volgens het college een schending van haar inlichtingen- en medewerkingsverplichting was. Appellante heeft aangevoerd dat er geen redelijke grond was voor het huisbezoek en dat zij niet in staat was om op het afgesproken tijdstip aanwezig te zijn vanwege verplichtingen op de school van haar kinderen. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht heeft geconcludeerd dat er een redelijke grond was voor het huisbezoek, gezien de twijfels over de woonsituatie van appellante. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een zwaarwegende reden was voor haar afwezigheid tijdens het huisbezoek. De Raad heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het verzoek van appellante om schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn voor de procedure niet was overschreden.