ECLI:NL:CRVB:2015:2561
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woningaanpassing op basis van verhuisprimaat in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om een woningaanpassing op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag was ingediend door de erven van een betrokkene die leed aan Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) en die in 2014 was overleden. De aanvraag was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard, die zich beriep op het zogenoemde verhuisprimaat. Dit houdt in dat de kosten van de gewenste woningaanpassing aanzienlijk zouden zijn en dat er voldoende passende woningen beschikbaar waren in de gemeente, waardoor verhuizing een betere oplossing zou zijn.
De erven hebben hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerden dat het college de belangen van de betrokkene niet voldoende had meegewogen. De rechtbank had eerder het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het college zorgvuldig had gehandeld en dat de belangen van de betrokkene in voldoende mate waren betrokken bij de besluitvorming. De Raad concludeerde dat niet aannemelijk was dat de zorg voor de betrokkene niet op verantwoorde wijze kon worden geboden bij verhuizing naar een andere woning.
De Raad heeft het verzoek van de erven om schadevergoeding afgewezen, omdat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van de afweging van belangen in het kader van de Wmo en de toepassing van het verhuisprimaat.