ECLI:NL:CRVB:2015:2945
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en geschil over arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die wegens burn-out klachten uitgevallen was voor haar werkzaamheden als juridisch secretaresse. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante met ingang van 14 januari 2013 geen recht op een uitkering had, omdat haar mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen, en dat zij door haar beperkingen niet in staat is om te werken. De behandelend psycholoog heeft een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis vastgesteld, wat volgens appellante leidt tot ernstige beperkingen. Het Uwv heeft echter in zijn rapporten aangegeven dat er geen reden is om aan de vastgestelde beperkingen te twijfelen en dat appellante in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met haar beperkingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de door het Uwv vastgestelde beperkingen. De Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank en het Uwv bevestigd, en het verzoek om vergoeding van wettelijke rente afgewezen. De Raad oordeelde dat de geselecteerde functies medisch passend zijn en dat appellante in staat is om deze functies te vervullen, ondanks haar beperkingen.