ECLI:NL:CRVB:2015:2967
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende bewijs van financiële situatie en exploitatie hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die een horecabedrijf exploiteerde, had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Deze aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Deurne buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de appellant niet de gevraagde gegevens had overgelegd die nodig waren om zijn financiële situatie vast te stellen. De appellant had een hennepkwekerij in zijn bedrijfspand, maar kon geen concrete en verifieerbare gegevens over de exploitatie en de inkomsten uit deze kwekerij overleggen.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant wisselende verklaringen heeft afgelegd over de exploitatie van de hennepkwekerij en de inkomsten daaruit. Ondanks dat er aanwijzingen waren voor de aanwezigheid van hennepplanten en mogelijke opbrengsten, heeft de appellant geen bewijs geleverd dat zijn financiële situatie ten tijde van de aanvraag duidelijk maakte. De Raad concludeert dat de appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan, waardoor niet kan worden vastgesteld of hij recht heeft op bijstand. De uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaarde, werd door de Raad bevestigd.
De Raad benadrukt dat bij een aanvraag om bijstand de bewijslast bij de aanvrager ligt en dat het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting kan leiden tot afwijzing van de aanvraag. De uitspraak bevestigt dat de appellant niet in aanmerking komt voor bijstand, zowel bij de aanvraag als in de te beoordelen periode.