ECLI:NL:CRVB:2015:2981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. Hillen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen besluit tot blokkering bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep tegen twee besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellant ontving sinds 3 juni 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft in verschillende besluiten de bijstand van appellant verlaagd en uiteindelijk stopgezet. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de blokkering van zijn bijstand, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, wat appellant in hoger beroep aanvecht. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellant geen procesbelang meer had bij de beoordeling van de blokkering van de bijstand, omdat de intrekking van de bijstand per 1 februari 2013 in rechte onaantastbaar was geworden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.