ECLI:NL:CRVB:2015:3115
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand en terugvordering voorschot wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft appellante op 5 april 2013 een aanvraag voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Na administratief onderzoek door de gemeente Rotterdam bleek dat appellante een auto op haar naam had staan, die zij niet had gemeld bij haar aanvraag. De auto, een Mercedes-Benz uit 1962, was geregistreerd bij de RDW en de waarde ervan was cruciaal voor de beoordeling van haar recht op bijstand. Ondanks herhaalde verzoeken om informatie over de waarde van de auto, heeft appellante geen taxatierapport overgelegd. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen en het verstrekte voorschot van € 893,51 teruggevorderd, omdat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat zij alle relevante informatie had verstrekt en dat het moeilijk was om de benodigde gegevens te verkrijgen, omdat haar ex-partner in het buitenland verbleef en de auto daar was verkocht. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellante niet had aangetoond dat de auto niet meer in haar bezit was. De Raad oordeelde dat het college terecht de aanvraag om bijstand had afgewezen en de terugvordering van het voorschot gerechtvaardigd was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.