ECLI:NL:CRVB:2015:3118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante had op 21 mei 2013 en 31 december 2013 bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Diemen had deze aanvragen afgewezen. De gemachtigde van appellante, mr. R.G.E. de Vries, had hoger beroep ingesteld, maar het griffierecht was te laat betaald. De rechtbank had appellante op 5 september 2014 geïnformeerd over het verschuldigde griffierecht en een betalingsherinnering gestuurd op 6 oktober 2014. Ondanks dat het griffierecht op 6 oktober 2014 was overgemaakt, werd dit bedrag op dezelfde dag teruggestort. Pas op 17 februari 2015 werd het griffierecht opnieuw overgemaakt. De Raad oordeelde dat appellante niet redelijkerwijs kon worden geacht niet in verzuim te zijn geweest, omdat de gemachtigde niet tijdig had gecontroleerd of de betaling was doorgevoerd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.