Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek tot veroordeling van het Uwv tot vergoeding van de wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, die sinds 29 mei 2003 arbeidsongeschikt is door linkerknieklachten, had eerder een WAO-uitkering aangevraagd, maar deze was geweigerd op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 15%. Appellant heeft in de jaren daarna meerdere keren ziek gemeld, maar het Uwv concludeerde dat er geen toegenomen beperkingen waren ten gevolge van dezelfde ziekteoorzaak. De rechtbank bevestigde deze conclusie en oordeelde dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand was gekomen.
In hoger beroep voerde appellant aan dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de ziekmeldingen in 2005 en 2007 niet leidden tot een herbeoordeling van zijn uitkering. Hij stelde dat de rechtbank niet inging op het door hem ingebrachte verzekeringsgeneeskundige rapport, dat volgens hem aantoont dat de knieklachten de oorzaak waren van zijn ziekmeldingen. Het Uwv verweerde zich door te stellen dat de rechtbank de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep correct had beoordeeld.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen duidelijke toename van beperkingen was vastgesteld die voortvloeide uit dezelfde ziekteoorzaak. De Raad bevestigde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische gegevens zorgvuldig had bestudeerd en dat er geen reden was om aan de conclusies van deze arts te twijfelen. Het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen, en de Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank.