ECLI:NL:CRVB:2015:3299
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing en terugvordering IOAW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft appellant op 11 april 2013 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de IOAW, nadat zijn echtgenote de echtelijke woning had verlaten. De gemeente Sittard-Geleen heeft een onderzoek ingesteld naar zijn woon- en leefsituatie, wat leidde tot de conclusie dat appellant onvoldoende informatie had verstrekt over zijn woonadres. Op 4 juni 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen de aanvraag afgewezen en het betaalde voorschot van € 700,- teruggevorderd, omdat appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting had gehandeld.
De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard, omdat appellant niet voldoende duidelijkheid had gegeven over zijn feitelijke woon- en leefsituatie. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij hij betwistte dat hij de inlichtingenverplichting had geschonden en dat hij niet op het opgegeven woonadres woonde. Hij voerde aan dat de aangiftes van diefstal van zijn inboedel wel degelijk relevant waren.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij op het opgegeven adres woonde. De Raad benadrukte dat het aan appellant was om aannemelijk te maken dat hij op het opgegeven adres woonde, wat hij niet heeft gedaan. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellant om schadevergoeding af, evenals de verzoeken om veroordeling in de proceskosten.