ECLI:NL:CRVB:2015:3310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Ch. van Voorst
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Wajong-uitkering van een appellante die naar Bonaire is verhuisd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellante, die naar Bonaire was verhuisd. Appellante ontving sinds 1999 een Wajong-uitkering vanwege psychische klachten en verzocht in juli 2013 om met behoud van haar uitkering op Bonaire te mogen verblijven. Het Uwv had haar uitkering per 1 juli 2013 beëindigd, omdat zij buiten Nederland woonde. De rechtbank Gelderland had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had vastgesteld dat appellante vanaf juni 2013 niet meer in Nederland woonde. De Raad concludeerde dat Bonaire, hoewel een openbaar lichaam binnen Nederland, onder het begrip 'buiten Nederland' valt volgens de Wet Wajong. De Raad oordeelde dat appellante niet de intentie had om permanent naar Bonaire te verhuizen, maar dat haar verblijf daar voortkwam uit een noodsituatie. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en herstelde het besluit van het Uwv, waardoor appellante recht had op haar Wajong-uitkering.
De Raad oordeelde verder dat het Uwv in de kosten van appellante moest worden veroordeeld, en dat het griffierecht moest worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om de omstandigheden van de betrokkenen zorgvuldig te beoordelen bij beslissingen over sociale zekerheidsuitkeringen, vooral in situaties waarin de woonplaats en de intentie om te verhuizen ter discussie staan.