Uitspraak
OVERWEGINGEN
door de arbeidsdeskundige voorgesteldejobcoachvoorziening nodig zijn, dan kan de
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, geboren in 1991, had een aanvraag ingediend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voor een uitkering op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Het Uwv had deze aanvraag afgewezen, omdat appellant niet kon aantonen dat hij gedurende 52 weken onafgebroken minder dan 75% van het wettelijk minimum(jeugd)loon kon verdienen. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad oordeelt dat het bestreden besluit van het Uwv op een deugdelijke medische grondslag berust. Appellant heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de vaststelling van zijn medische beperkingen in twijfel trekken. De Raad volgt de door het Uwv gegeven toelichting met betrekking tot de medisch noodzakelijke begeleiding. De geselecteerde functies zijn, gezien de belastbaarheid van appellant, passend. De Raad stelt vast dat appellant begeleiding nodig heeft, maar dat deze begeleiding niet intensief hoeft te zijn. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat appellant in staat is om zelfstandig handelingen uit te voeren, mits deze volgens een vast patroon worden verricht. De Raad concludeert dat de werkzaamheden in de geselecteerde functies zodanig gestructureerd zijn dat grote veranderingen niet of nauwelijks voorkomen, en dat de aanwezige leidinggevende bij grote veranderingen ondersteuning kan bieden.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 september 2015.