ECLI:NL:CRVB:2015:3398
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag wegens schending inlichtingenverplichting en extreem laag waterverbruik
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn woonadres opgegeven, maar er ontstonden twijfels over de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit leidde tot een onderzoek door het Regionaal Opsporingsteam Sociale Recherche, dat concludeerde dat de appellant niet op het opgegeven adres woonde. De bevindingen toonden aan dat het waterverbruik van de appellant extreem laag was, wat niet overeenkwam met het gemiddelde verbruik van een alleenstaande. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en in hoger beroep heeft de Raad deze beslissing bevestigd. De Raad oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad benadrukte dat de inschrijving in de GBA en contracten niet doorslaggevend zijn voor de feitelijke woonomstandigheden. De conclusie was dat het hoger beroep niet slaagde en de eerdere uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.