ECLI:NL:CRVB:2015:3524
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Herstel van arbeidskundige grondslag in WIA-zaak na tussenuitspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 5 april 2013. De zaak betreft een geschil over de arbeidsongeschiktheid van de appellant, die een WIA-uitkering ontvangt. De Raad had eerder op 2 maart 2015 een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2015:603), waarin werd vastgesteld dat de medische grondslag van het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voldoende deugdelijk was gemotiveerd. Echter, de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit, met name de geschiktheid van de geselecteerde voorbeeldfuncties, was niet goed onderbouwd. Het Uwv kreeg de opdracht om dit gebrek te herstellen.
Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft het Uwv op 18 maart 2015 een rapport van een arbeidsdeskundige ingezonden. In dit rapport werd geconcludeerd dat de functie van medewerker rozenkwekerij ongeschikt was voor de appellant, omdat de belastbaarheid op beoordelingspunt torderen ontoelaatbaar werd overschreden. Voor de overige geselecteerde functies werd echter toegelicht waarom deze in medisch opzicht geschikt waren voor de appellant. De arbeidsdeskundige concludeerde dat het vervallen van de functie medewerker rozenkwekerij niet leidde tot een wijziging van de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%.
De Raad oordeelde dat de nadere motivering van de arbeidsdeskundige deugdelijk was en dat het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek in de arbeidskundige grondslag was hersteld. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd. De Raad heeft het Uwv bovendien veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.960,- bedroegen, en heeft bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 160,- aan de appellant moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van griffier W. de Braal.