ECLI:NL:CRVB:2015:3544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid en de procedure voor terugkomen van eerdere besluiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die sinds 19 december 2007 arbeidsongeschikt is door obstructief slaapapneu syndroom en periodic leg movements during sleep, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte niet heeft beoordeeld of het oorspronkelijke besluit van het Uwv juist was. Het Uwv had eerder vastgesteld dat appellant recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar in de herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid op 16 april 2012 werd geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond die een wijziging van het besluit rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat de wijze van besluitvorming door het Uwv terecht was aangemerkt als een procedure naar aanleiding van een verzoek om terug te komen van een eerder besluit, en dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven tot herziening van het besluit van 18 januari 2012. De Raad bevestigde deze beoordeling en oordeelde dat de appellant niet tijdig nieuwe feiten had aangedragen die de conclusie van het Uwv konden ondermijnen. De Raad benadrukte dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid na een eerdere afwijzing of intrekking van de uitkering naar zijn strekking moet worden beoordeeld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.