ECLI:NL:CRVB:2015:3548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning IVA-uitkering op basis van medische expertise
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht op een WIA-uitkering toekende. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 oktober 2015 uitspraak gedaan. Appellant had een expertise laten verrichten door cardioloog prof. dr. N.M. van Hemel, wat leidde tot een herbeoordeling van zijn situatie. Tijdens de zitting op 7 september 2015 heeft het Uwv aangegeven dat appellant met ingang van 17 april 2013 recht op een IVA-uitkering had, wat een wijziging was ten opzichte van eerdere besluiten.
De Raad heeft overwogen dat, op basis van de expertise en de bevindingen van de behandelend cardioloog A. van der Sluis, het Uwv appellant tegemoet is gekomen. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten die appellant heeft gemaakt, waaronder de kosten van de expertise. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 5.804,98, die door het Uwv aan appellant moeten worden betaald.
De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die bepalen dat het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. De uitspraak benadrukt het belang van medische expertise in het proces van toekenning van uitkeringen en de rol van de rechter in het waarborgen van de rechten van appellanten in het bestuursrecht.