ECLI:NL:CRVB:2015:3557
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering bijstandsuitkering en berekening wettelijke rente
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Maastricht en de rechtbank Limburg. De zaak betreft een appellante die in beroep ging tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, die haar bijstandsuitkering had ingetrokken. De Raad heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat de rechtbanken ten onrechte hadden overwogen dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken over de periode van 1 september 2010 tot 10 mei 2011. De Raad heeft het college opgedragen om het recht op bijstand van appellante over deze periode alsnog vast te stellen. Het college heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, waarbij het recht op bijstand over de periode van 1 september 2010 tot 14 november 2011 is herzien en een nabetaling van € 2.564,94 is vastgesteld. Tevens is er een bedrag van € 538,42 aan wettelijke rente vergoed. Appellante was het echter niet eens met de berekening van de wettelijke rente, omdat zij meende dat er ook rente verschuldigd was over een eerder terugbetaald bedrag van € 740,-. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep slaagt en dat de eerdere uitspraken van de rechtbanken vernietigd moeten worden. De Raad heeft het college in de proceskosten van appellante veroordeeld tot een bedrag van € 3.675,- en heeft bepaald dat het college het griffierecht van € 316,- aan appellante vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.