Uitspraak
OVERWEGINGEN
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de intrekking van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) aan de orde is. Appellant ontving bijstand naar de norm voor een alleenstaande, maar het college van burgemeester en wethouders van Heerlen heeft zijn bijstand opgeschort omdat appellant niet de gevraagde gegevens heeft verstrekt. Het college had appellant verzocht om bankafschriften en informatie over voertuigen die op zijn naam stonden. Appellant heeft niet tijdig de gevraagde gegevens ingediend, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstand per 24 juli 2013.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken, omdat appellant niet alle gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn heeft verstrekt. De Raad stelt vast dat de gegevens die het college heeft opgevraagd van belang zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de bijstand. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij niet in staat was om de gegevens tijdig te verstrekken en heeft ook geen verzoek tot verlenging van de termijn ingediend. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt.