Uitspraak
15 mei 2013, 12/1802 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
We onderscheiden grofweg drie niveaus van toezicht en/of begeleiding:
- De functionaris doet het werk altijd samen met en onder continue leiding van een ervaren en empathische collega. Hij kan voortdurend terugvallen op deze collega. In het vrije bedrijf komt deze situatie maar zelden voor.
- De functionaris heeft meer toezicht van een leidinggevende nodig dan zijn collega’s. De leidinggevende is het grootste deel van de tijd op de werkvloer aanwezig. De leidinggevende moet voortdurend een oogje in het zeil houden en ingrijpen indien nodig.
- De functionaris is in staat (eenvoudige) handelingen zelf uit te voeren. Zolang het werk volgens het vaste patroon wordt ingericht, zijn er geen problemen. De persoon moet bij veranderingen of problemen om hulp kunnen vragen of hulp aangeboden krijgen. Bij verandering van werkzaamheden bijvoorbeeld heeft hij meer instructie nodig dan een collega.”