ECLI:NL:CRVB:2015:3653
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.C.W. Lange
- D. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepsgronden wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 24 februari 2015 het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Uwv had eerder, op 3 september 2014, het bezwaar van appellant tegen een besluit van 29 april 2014 ongegrond verklaard, waarbij appellant een boete was opgelegd wegens schending van zijn inlichtingenplicht. Appellant diende zijn beroepsgronden te laat in, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van zijn beroep. Tijdens de zitting op 26 augustus 2015 verzocht appellant om uitstel, omdat zijn gemachtigde niet aanwezig kon zijn. Dit verzoek werd afgewezen, omdat het niet tijdig was ingediend en er geen gewichtige redenen waren voor uitstel. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van de gronden niet verschoonbaar was, wat appellant in hoger beroep aanvoerde. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat appellant zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van zijn gronden. De Raad benadrukte dat de termijn van vier weken als fataal moet worden beschouwd en dat de redenen die appellant aanvoerde voor de termijnoverschrijding niet voldoende waren om deze te verontschuldigen. De uitspraak werd gedaan op 7 oktober 2015.