ECLI:NL:CRVB:2015:3683
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.P.M. Zeijen
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering wegens onvoldoende motivering door de verzekeringsarts
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 9 oktober 2015, wordt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante beoordeeld. Appellante, die als schoonmaakster werkte, is sinds 1 februari 2010 uitgevallen door lage rugklachten en heeft later ook psychische klachten ontwikkeld. De verzekeringsarts van het Uwv heeft appellante in het kader van de Ziektewet gezien en vastgesteld dat zij naast rugklachten ook psychische klachten heeft, maar heeft in zijn rapport van 9 januari 2012 geen beperkingen vastgesteld voor haar cognitieve functies. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv om haar WIA-aanvraag af te wijzen, omdat zij meent dat haar beperkingen zijn onderschat.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat de verzekeringsarts onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht. De Raad stelt dat de verzekeringsarts zich persoonlijk had moeten informeren over de psychische gezondheidstoestand van appellante en het rapport van de psychologen van Condite had moeten betrekken bij zijn beoordeling. De Raad draagt het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van medische gegevens en de noodzaak voor verzekeringsartsen om een volledig beeld te krijgen van de gezondheidstoestand van de aanvrager, vooral wanneer er sprake is van psychische klachten. De Raad heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitkomst.