ECLI:NL:CRVB:2015:385
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over recht op WIA-uitkering en begeleidingseisen
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 6 februari 2015, wordt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 januari 2013 behandeld. Appellant, die zich ziek had gemeld in verband met visusklachten, hoofdpijn, slecht slapen en eczeem, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts had beperkingen vastgesteld in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML), maar het Uwv had vastgesteld dat appellant geen recht had op een WIA-uitkering per 21 februari 2012. Dit besluit werd in bezwaar door het Uwv gehandhaafd, maar de rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond.
Appellant was van mening dat de FML zijn beperkingen niet correct weergeeft en dat de geselecteerde functies niet passend zijn. Hij voerde aan dat het Uwv ten onrechte de beperking van werken onder toezicht en begeleiding had laten vervallen. De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport met een niet overtuigende motivering is afgeweken van het advies van de primaire verzekeringsarts. De Raad stelt vast dat appellant in ieder geval is aangewezen op enige begeleiding, maar dat uit het rapport van de arbeidsdeskundige niet blijkt of deze begeleiding beschikbaar is in de betrokken functies.
De Raad concludeert dat het bestreden besluit berust op een gebrekkige motivering en draagt het Uwv op om binnen zes weken de FML opnieuw vast te stellen en het gebrek in de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit te herstellen. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de medische en arbeidskundige gegevens in het kader van WIA-aanvragen.