ECLI:NL:CRVB:2015:3986
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die als beveiliger werkte, had zich op 3 oktober 2011 ziek gemeld vanwege lichamelijke klachten en ontving een uitkering op basis van de Werkloosheidswet. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat de appellant met ingang van 30 september 2013 geen recht had op een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd door de rechtbank in een eerdere uitspraak bevestigd.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat zijn beperkingen door het Uwv zijn onderschat en dat de geselecteerde functies niet geschikt voor hem zijn. De Raad heeft echter geoordeeld dat er een zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en dat de beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) correct zijn weergegeven. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen alle relevante informatie hebben betrokken in hun beoordeling en dat de appellant in staat is om de geselecteerde functies te vervullen.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan.