ECLI:NL:CRVB:2015:3989
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- H. van Leeuwen
- L. Koper
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Smit, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die hem geen recht op een WIA-uitkering toekende, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
De Raad oordeelde dat de rechtbank de juiste beslissing had genomen. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen in stand had gelaten en dat de artsen van het Uwv verdergaande beperkingen hadden moeten aannemen. Echter, de Raad vond dat appellant zijn standpunt niet met medische gegevens had onderbouwd en er geen aanleiding was om te twijfelen aan de bevindingen van de verzekeringsartsen.
De Raad bevestigde de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en oordeelde dat de functies die aan het bestreden besluit ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.