ECLI:NL:CRVB:2015:4095
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar bij Defensie wegens plichtsverzuim door cocaïnegebruik
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Minister van Defensie tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin het beroep van betrokkene tegen een ontslagbesluit gegrond werd verklaard. Betrokkene, werkzaam als ambtenaar bij de Koninklijke Luchtmacht, was op 8 mei 2012 ziek gemeld en had zich onder behandeling gesteld bij Verslavingszorg Noord Nederland. De Minister legde haar op 23 augustus 2012 een disciplinaire straf van ontslag op wegens plichtsverzuim, specifiek herhaald cocaïnegebruik. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende bewijs was geleverd voor het cocaïnegebruik in de door de Minister gestelde periode, en vernietigde het ontslagbesluit.
In hoger beroep oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat er wel degelijk voldoende bewijs is dat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan het gebruik van cocaïne. De Raad baseert zich op verklaringen van de bedrijfsmaatschappelijk werker en de gespreksnotitie van 4 juni 2012, waarin betrokkene zelf haar drugsgebruik bevestigde. De Raad stelt vast dat het gedrag van betrokkene niet in overeenstemming is met het aanzien van haar ambt en schadelijk is voor de dienstvervulling. De privéomstandigheden van betrokkene, hoe moeilijk ook, leiden niet tot een andere conclusie.
De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond. Het besluit van 17 april 2015 wordt eveneens vernietigd, omdat de grondslag aan het nader besluit is komen te ontvallen. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.