ECLI:NL:CRVB:2015:429
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
In deze zaak heeft appellante een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, welke door het Uwv is afgewezen op de grond dat zij op 22 oktober 2012 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen nieuwe medische feiten waren die de conclusie van de arbeidsongeschiktheid konden onderbouwen. Appellante had eerder medische gegevens ingediend, maar deze werden niet als voldoende beschouwd om aan te tonen dat haar beperkingen ernstiger waren dan door het Uwv vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen van het Uwv adequaat hadden gehandeld en dat de door appellante ingebrachte argumenten niet voldoende waren om de eerdere besluiten te weerleggen. De Centrale Raad van Beroep onderschreef dit oordeel en concludeerde dat appellante in staat was om de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.