ECLI:NL:CRVB:2015:4348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afdwingbaarheid van aanspraken op langdurigheidstoeslag vervalt na vijf jaar
In deze zaak gaat het om de afdwingbaarheid van aanspraken op langdurigheidstoeslag volgens de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante heeft op 26 juni 2013 een aanvraag ingediend voor een langdurigheidstoeslag over de jaren 2004 tot en met 2008. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat de aanspraken op langdurigheidstoeslag over de jaren 2004 tot en met 2007 niet meer in rechte afdwingbaar zijn, omdat er meer dan vijf jaar verstreken was na de perioden waarop de aanvraag betrekking had. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante is in hoger beroep gegaan en heeft aangevoerd dat de wetgever geen nadere beperking heeft willen stellen aan het tijdstip waarop een aanvraag om langdurigheidstoeslag moet worden ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de rechtsregel dat financiële aanspraken jegens de overheid na vijf jaar niet meer afdwingbaar zijn, ook geldt voor aanspraken op langdurigheidstoeslag. De Raad heeft bevestigd dat in de WWB geen bepalingen zijn die de afdwingbaarheid van deze aanspraken anders regelen.
De Raad heeft vastgesteld dat de aanvraag van appellante meer dan vijf jaar na de relevante perioden is ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de rechtsregel af te wijken. Daarom heeft de Raad het hoger beroep van appellante afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.