ECLI:NL:CRVB:2015:4403
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een verzoek van appellante om herziening van een besluit van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst, waarin werd medegedeeld dat appellante vanaf 1 januari 2013 geen recht meer had op deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat haar inkomen hoger was dan 110% van de voor haar geldende bijstandsnorm.
Appellante had op 21 februari 2013 een aanvraag ingediend voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de eerdere brief van het dagelijks bestuur geen besluit was en dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die herziening rechtvaardigden.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de brief van 29 oktober 2012 wel degelijk een besluit was en dat appellante geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden had aangedragen die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. De Raad bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door W.H. Bel, met C.A.W. Zijlstra als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 8 december 2015.