ECLI:NL:CRVB:2015:4405
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van bijstandsbesluit wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.P. Lemmen, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, dat zijn bijstandsuitkering op 13 oktober 2011 had ingetrokken. De intrekking was gebaseerd op het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting, met name het niet verstrekken van informatie over de aankoop van een auto. Het college had het bezwaar van de appellant tegen deze intrekking niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van het bezwaar niet tijdig waren ingediend.
Appellant verzocht op 27 juli 2012 om terug te komen van het besluit van 13 oktober 2011, maar het college wees dit verzoek af, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt, maar de Raad oordeelde dat appellant geen nieuwe feiten had aangedragen die de afwijzing van het college konden rechtvaardigen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht het verzoek om herziening had afgewezen, omdat appellant niet had aangetoond dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant geen doel trof en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.