ECLI:NL:CRVB:2015:4532
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- H. van Leeuwen
- L. Koper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering na beoordeling van medische en arbeidskundige grondslagen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen. De Raad oordeelde dat appellante in staat werd geacht om ten minste 100% van het minimum (jeugd)loon te verdienen. De rechtbank had eerder het oordeel van de door haar ingeschakelde deskundige gevolgd, die concludeerde dat appellante beperkingen had, maar dat deze niet zodanig waren dat zij niet in staat was om te werken. De Raad onderschreef dit oordeel en bevestigde dat het Uwv terecht had geweigerd appellante in aanmerking te brengen voor arbeids- en inkomensondersteuning op grond van de Wajong. De Raad oordeelde dat de deskundige zorgvuldig had onderzocht en dat zijn bevindingen consistent waren. De beroepsgronden van appellante, waaronder het gebrek aan contact met haar psycholoog en de noodzaak van toezicht, werden verworpen. De Raad concludeerde dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van appellante vielen en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de geschiktheid van deze functies. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten opgelegd.